GESLACHTSGEBONDEN VERERVING.
Kanaries bezitten twee maal 40 chromosomen dus in totaal 80 chromosomen, waarvan twee geslachtschromosomen. Het onderscheid tussen man en pop is terug te vinden in deze geslachtschromosomen.
Bij zoogdieren hebben de vrouwen twee actieve geslachtschromosomen XX. Mannen hebben één actief geslachtschromosoom X en één inactief chromosoom Y, ook wel leeg chromosoom genoemd.
Bij de vogels is dit omgekeerd en hebben de mannen twee actieve chromosomen aangeduid met ZZ en de poppen één actief chromosoom Z en één inactief chromosoom aangeduid met W. Het Z en het W chromosoom bepalen het geslacht van de vogel; ZZ voor de man en voor de pop ZW.
Factoren die op het Z chromosoom liggen noemen we geslachtsgebonden verervende factoren.
In het schema hierboven geven we boven de streep de dominante factor aan en onder de streep de de factor die recessief is. De dominante factor is de zichtbare factor.
Is in beide chromosomen dezelfde factor aanwezig, dan spreken we van een homozygoot. Zijn beide geslachtschromosomen van de man voorzien van de factor die bij de kanarie de kleur bruin als uiting geeft, dan is de vogel bruin en vererft bruin.
Is dominante chromosoom bruin en de split chromosoom isabel dan toont de vogel bruin en vererft isabel. We noemen dit dat de vogel split is voor isabel en we spreken dan van een heterozygoot.
Aangezien een pop maar beschikt over één actief chromosoom kan een pop nooit split zijn voor factoren die geslachts gebonden vererven .
Een bruine pop vererft dus uitsluitend bruin.
De genetische eigenschappen liggen vast in de genen welke geplaatst zijn op het chromosoom.
De plaats op het chromosoom noemen de loci van het gen.
Bij de geslachtgebonden vererving zijn een aantal verschillende genen betrokken die op verschillende plaatsen liggen.
Zo kennen we de kleuruitingen
(A) Zwart-Bruin-Agaat-Isabel
(B)Pastel-Grijsvleugel
(C)Ivoor.
De genen voor A,B en C liggen alle op een andere plaats op het chromosoom en vereven dan ook onafhankelijk van elkaar.
Bijvoorbeeld Ivoor kan voorkomen bij Zwart-Bruin-Agaat en isabel
De kleuruiting satinet neemt en aparte plaats in bij de geslachtsgebonden verbonden vererving welk in een apart artikel wordt behandeld.
De A-groep noemen we de hoofdgroep ieder van deze kleuren komt altijd in één kleuruiting voor.
Deze hoofdkleuren kunnen in combinatie met een kleuruiting uit de andere twee groepen voorkomen BV agaat pastel of agaat pastel ivoor.
Voor de subgroepen B en C geldt ook alleen de man kan deze factoren vererven een pop nooit.
Bij de kanaries zijn vogels uit de zwartserrie dominant dat wil zeggen dat als we een zwarte man paren aan een vogel met een van de andere geslachtsgebonden factoren altijd alle jongen zwart zullen zijn we zeggen dan dat deze factor recessief is tegenover de de vogel uit de zwartserrie .
Ook noemen wij vogels uit de zwartserrie ook wel de wildvorm.
Alle mannen die uit deze combinatie geboren worden vererven de gebruikte recessieve factor.
Bijvoorbeeld man zwartgeel x pop agaatgeel geeft mannen die zwartgeel tonen en agaatgeel vererven.(we zeggen dan dat deze man split is voor agaat)
Normaliter moet een bij een man de factor die recessief vererft t.o.v. de wildfactor dubbel aanwezig zijn in één vogel om het aan het uiterlijk van de vogel te zien.
(dus op beiden chromosomen bijvoorbeeld agaat)
Is een recessieve factor enkelvoudig aanwezig in het factoren bezit van een vogel dan staat daar tegenover een wildfactor die de werking van de gemuteerde factor verhindert (overheerst, domineert).
Poppen uit deze combinatie zijn zwartgeel.
Aangezien het w chromosoom vrijwel geen genen bevat noemen we dit een leeg chromosomen.
Een pop kan dan ook nooit een geslachtsgebonden factor vererven.
Geslachtsgebonden factoren bij de kanarie zijn: zwart-bruin-agaat-satinet-isabel-pastel-grijsvleugel-ivoor.
Alle genoemde factoren met uitzondering van de ivoorfactor zijn factoren die op de een of ander wijze ingrijpen in de melanine uiting van de kanarie.
De parinigsuitkomsten voor de geslachtgebonden vererving zijn:
MAN X POP Zonen Dochters
Zwart Zwart Zwart Zwart
Zwart Bruin Zwart / bruin Zwart
Zwart Agaat Zwart / agaat Zwart
Zwart Isabel* Zwart / isabel* Zwart
Bruin Zwart Zwart/bruin Bruin
Bruin Bruin Bruin Bruin
Bruin Agaat Zwart/bruin/agaat* Bruin
* (Mannen zijn dubbel split vroeger Passe Partouts genoemd )
Bruin Isabel* Bruin/isabel* Bruin
Agaat Zwart Zwart/agaat Agaat
Agaat Bruin Zwart/bruin/agaat* Agaat
* (Mannen zijn dubbel split vroeger Passe Partouts genoemd )
Agaat Agaat Agaat Agaat
Agaat Isabel* Agaat/isabel* Agaat
Isabel* Zwart Zwart/agaat/isabel* Isabel*
* (Mannen zijn dubbel split vroeger Passe Partouts genoemd )
Isabel* Bruin Bruin/isabel* Isabel*
Isabel* Agaat Agaat/isabel* Isabel*
Isabel* Isabel* Isabel* Isabel*
Pastel, Griisvleugel, Satinet en Ivoor
Deze factoren vererven eveneens geslachtgebonden, echter ze komen altijd in combinatie met Zwart, Bruin, Agaat of Isabel voor.
Op het Z chromosoom liggen de genen die verantwoordelijk zijn voor de geslachtsgebonden kleurkenmerken. Het gen dat ervoor verantwoordelijk is dat de vogel bijvoorbeeld Bruin als hoofdkleur heeft, ligt op een andere plaats als het gen dat ervoor zorgt dat de vogel de Pastelfactor toont.
Naast deze twee op verschillende plaatsen gelegen genen kan er nog een derde factor gelijktijdig getoond worden; namelijk de Ivoorfactor.
De paring van een Isabelpastel ivoor man X een Bruine pop geeft dus Bruine mannen, split voor isabel en ivoor en Isabelpastel ivoor poppen .
Allelen
Allelen zijn bepaalde varianten van een gen.
Dit wil zeggen dat een gen in verschillende samenstellingen kan voorkomen, maar wel altijd dezelfde plaats op het chromosoom inneemt. Bij mensen bijvoorbeeld het gen wat bepaalt welke bloedgroep iemand heeft; A, B of 0.
Bij kanaries is hiervan sprake van het gen wat de Satinet factor toont, wat op dezelfde plaats op het chromosoom ligt als het gen dat er voor zorgt dat er sprake is van een Agaat dan wel een Isabel. Ook het gen voor de Pastel en de Grijsvleugel ligt op dezelfde plaats.