Van Opaal, over Quarzo, naar Mogno?
Toen Darwin ontdekte dat een isolement leidde tot verschillende evoluties had hij waarschijnlijk nooit gedacht dat deze bevinding ook nog betrekking zou hebben op onze kanariesport.
In Brazilië zijn kwekers gedurende meer dan 15 jaar bruin opalen aan het kweken met als doel om er zoveel mogelijk melanine in te kweken.
Dit alles heeft geresulteerd tot wat zij de Mogno noemen., verwijzend naar een inlandse boom (Swietenia macrophylla) van 25 tot 30 meter hoog met een donker gebladerte en grote kastanjekleurige vruchten.
Tijdens het congres van de experten van de 10 A-landen in Palaiseau (F) werden deze vogels getoond en werden ze voorgedragen om de erkenningprocedure ervan op te starten.
Luiz Beraldi, de voorzitter van de FOB*, lichtte ons toe hoe hij hiertoe gekomen was. Sinds ongeveer vijftien jaar werden door de kwekers van bruin opaal de vogels gekoppeld die het meeste eumelanine (bestreping) lieten zien.
Dit heeft er toe geleid dat deze vogels jaar na jaar donkerder werden en steeds verder afdwaalden van de standaard van de bruin opaal die in Europa wordt gebruikt. Het is dus geen plotse mutatie geweest, maar een kleurslag die door middel van sterk doorgedreven selectie gekomen is tot wat hij nu is.
Het dient gezegd dat deze vogels zeker iets hebben.
Het zijn heldere vogels met een duidelijke tekening. Brazilië wil deze kleurslag voordragen in de bruin- en in de zwartreeks.
Zij waren dan ook wat verrast toen ze vorig jaar tijdens de show in Reggio Emilia vogels zagen die onder de naam Quarzo waren ingestuurd.
Deze vogels waren namelijk de vogels waar ze vijftien jaar geleden mee gestart waren om de Mogno te ontwikkelen. Ze claimen dus hiermee eigenlijk deze opalen met meer eumelanine.
Als deze ontwikkeling doorgaat zal de Quarzo niet apart erkend gaan worden maar zullen ze moeten evolueren naar onderstaande standaard die Brazilië hiervoor geschreven heeft.
KENMERKEN
De Mogno kanarie wordt gekenmerkt door een wijziging van zwart- en bruineumelanine en een reductie van het bruin phaeomelanine.
Er is een omkering van het zwarte en bruine eumelanine met de concentratie in de schachten van de veren.
Dus de onderkant van de schacht is donkerder dan de bovenkant Zwart Mogno.
De Mogno factor reduceert bij deze vogels het phaeomelanine en laat een omkering van de zwart eumelanine zien.
De factor heeft geen invloed op de melanisatie van de bek, poten en nagels die zeer donker moeten zijn.
Deze kenmerken zorgen er voor dat de tekening loodkleurig wordt.
Een ander kenmerk voor deze kleurslag is de zwarte onderzijde van de slag- en staartpennen.
De bestreping moet breed en zo gelijnd mogelijk zijn en moet van een donker loodkleurige tint zijn.
De goede exemplaren laten een duidelijke kopmelanisatie zien.
Zwart Mogno De Mogno factor reduceert bij deze vogels het phaeomelanine en laat een omkering van de bruin eumelanine zien.
Deze omkering zorgt voor een donkere onderzijde van staart- en vleugelpennen. De vogel wordt bruin-grijs van tint, soms zelfs met een nuance van zwart.
De bruin-grijze tint die waargenomen wordt, wordt voornamelijk veroorzaakt door “omkeren” van de bruine eumelanine.
Vogels met lichtbruine eumelanine worden niet geaccepteerd om verwarring met bruin eumo en satinet te vermijden.
De grondkleur wordt bruingrijs. Slag- en staartpennen hebben dezelfde kleur als de rugbestreping. Bek, poten en nagels zijn bruinachtig.
Met dank aan:
K.B.O.F. Speciaalclub Kleurkanaries Antwerpen – Jan Van Overvelt – * Federação Ornitológica do Brasil .
De standaard.
MUTATIE MOGNO ALGEMEEN
Deze kleurslag wordt gekenmerkt door een wijziging van de zwart en bruin eumelanine in de veren en een vermindering van het bruin phaeomelanine.
Er is een inversie van de zwart en bruine melanine met een concentratie ervan in de schacht van de veren.
Daardoor het onderste gedeelte van schacht donkerder dan de bovenkant.
Zwart Mogno
De Mognofactor verminderd bij deze vogels het phaeomelanine en zorgt voor een inversie van het zwart eumelanine, maar heeft geen invloed op de sterk geoxideerde kleur van bek, nagels en poten.
Bovengenoemde kenmerken zorgen voor een vogel met een klassieke (donker) loodkleurige bestreping.
Bijkomend kenmerk voor deze kleurslag is dat de melanine zich concentreert in de onderzijde van de schacht.
Bij de zwart mogno wordt de voorkeur gegeven aan de vogels met de zwartste bestreping.

bestreping moet breed en ononderbroken zijn.
De goede exemplaren vertonen ook een sterke melanisatie op de kop.
EXCELLENT
Klassieke, sterk geoxideerde, loodkleurige bestreping en verdeling van de melanine gelijk aan deze bij de klassieke zwarte.
Afwezigheid van zichtbaar phaeomelanine
Bek, poten en nagels sterk geoxideerd

GOED
 Kleur en bestreping loodkleurig
Lichte aanwezigheid van phaeomelanine
Bek, poten en nagels geoxideerd
VOLDOENDE
Bestreping onderbroken of fijn met weinig oxidatie
Grondkleur niet donker genoeg
Aanwezigheid van phaeomelanine
Bek, poten en nagels weinig geoxideerd

ONVOLDOENDE
 Bestreping vaag of zeer fijn met een tint die doet denken aan agaat.
Duidelijke aanwezigheid van phaeomelanine
Bek, poten en nagels licht van kleur
Bruin Mogno
De Mognofactor verminderd bij deze vogels het phaeomelanine en zorgt voor een inversie van het bruin eumelanine.
Bovengenoemde kenmerken zorgen voor een vogel met een klassieke bruingrijze bestreping.
Hoewel het grijs is, wordt een zweem van donker bruin-grijs waargenomen bij de bruin mogno.
Dit is een gevolg van de omkering van het bruin eumelanine.
Vogels met een licht bruine tint, lijkend op een deze van de bruin eumo of de bruin-rode tint van de satinet, worden niet geaccepteerd.
De grondkleur van deze vogels, bepaald door de werking van melanine, is (bruingrijs) grijs-bruin van tint. Slag- en staartpennen zijn van dezelfde tint als de rest van de bestreping. Bek, poten en nagels zijn bruinachtig.

EXCELLENT
 Klassieke, sterk geoxideerde, bruingrijze bestreping
Grondkleur sterk geoxideerd en bruingrijs van tint
Slag- en staartpennen gelijk van tint aan deze van de rest van de
bestreping.
Donkere kop met duidelijke bestreping
Bek, poten en nagels bruinachtig
GOED
 Klassieke, geoxideerde, bruingrijze bestreping
Grondkleur bruin-grijs geoxideerd
Slag- en staartpennen gelijk van tint aan deze van de rest van de bestreping.
Kop minder donker of minder duidelijk bestreept
Bek, poten en nagels bruinachtig
VOLDOENDE
 Bestreping wat vaag
Bruine tint is voldoende om hem te herkennen als bruin mogno of tint neigend naar deze van de satinet
Grondkleur niet donker genoeg
Kop weinig of niet bestreept
Bek, poten en nagels bruinachtig
ONVOLDOENDE
Bestreping vaag of afwezig, bruingrijs effect afwezig.
Bruine tint incorrect
Bek, poten en nagels bruinachtig