Verschillen tussen oude standaard en de nieuwe standaard 2025
Ik heb de officiële “Standaardeisen kleurkanaries 2015” en de “Standaardeisen kleurkanaries 2025” vergeleken, en kan je de belangrijkste punten uit beide naast elkaar zetten — met aandacht voor waar de teksten verschillen of aangescherpt zijn. Hieronder een gedetailleerde vergelijking (plus opmerkingen).
Je moet er rekening mee houden dat de 2015-standaard een COM / NBvV-vertaling is, en de 2025-versie een officiële NBvV-editie.
Bronnen
- Standaardeisen kleurkanaries 2015 (NBvV / COM-vertaling) (adoc.pub)
- Standaardeisen kleurkanaries 2025 (NBvV) (NBVV)
Structuur & opzet
2015
- De 2015-standaard opent met algemene regels (dierenwelzijn, onherstelbare gebreken, oordelen over stamharmonie, etc.). (adoc.pub)
- De onderwerpen zijn vrij uitgebreid: lipochroom, gemelaniseerd, hoofdmutaties, opaal, jaspis, etc. (adoc.pub)
- Er is een samenvoeging van COM / OMJ regels, vertaald en toegepast in Nederland. (adoc.pub)
2025
- In de 2025-standaard is de indeling moderner en duidelijker geordend: eerst lipochroomvogels, daarna mutatiefactoren, daarna de algemene rubrieken (bevedering, grootte & vorm, houding, conditie) etc. (NBVV)
- Nieuw in 2025 zijn duidelijke vermelding van “vogels met witte vleugels en staart” als aparte klassen binnen lipochroom, met identieke kleureisen maar extra voorwaarden voor de pennen. (NBVV)
Vergelijking per onderdeel
Hieronder een component-voor-component vergelijking met wat in 2025 anders of aangescherpt is ten opzichte van 2015:
Onderdeel | Wat 2015 vereiste / omschreef | Wat 2025 specificeert / wijzigt | Opmerkingen / consequenties |
---|---|---|---|
Lipochroomvogels (geel / rood / ivoor) | De lipochroomkleur moet egaal en zuiver zijn, tot in de toppen van de veren. (adoc.pub) | In 2025 wordt expliciet vermeld dat “de lipochroomkleur moet aanwezig zijn tot in de toppen van elke veer” voor intensieven. (NBVV) | Deze formulering was al in 2015 aanwezig, maar in 2025 staat het scherper geformuleerd. |
Witte vleugels / witte pennen | In 2015 was al de regel: “Bij mannen en poppen met één of meer gekleurde staart- of vleugelpennen wordt in ‘categorie’ 2 punten extra gestraft boven de reeds afgetrokken punten. Ze moeten volledig wit zijn.” (adoc.pub) | In 2025 wordt deze regel gehandhaafd: vogels met witte vleugels/staart moeten die pennen volledig wit hebben, en gekleurde pennen worden bestraft met 2 punten extra boven op reeds afgetrokken punten. (NBVV) | Dit aspect is consistent gebleven, maar 2025 formuleert het strenger en duidelijker. |
Mutaties / mutatiefactoren | 2015-standaard vermeldde al mutaties zoals opaal, jaspis, kobalt, onyx, pastel, satinet, etc., met criteria omtrent bestreping, grondkleur, afwezigheid van ongewenste melaninesporen. (adoc.pub) | In 2025 zijn de mutatieregels verder aangevuld en verfijnd — meer mutaties worden erkend en met specifieke eisen opgenomen (bijv. geelsnavel, roodsnavel, meer kobaltvarianten). (NBVV) | Kwekers moeten nu meer kennis hebben over nieuwe/ernstiger criteria per mutatie. |
Puntentoekenning / weging | In 2015 is al een overzicht aanwezig van hoeveel punten worden toegekend of afgetrokken per onderdeel (kleur, categorie, bevedering etc.). (adoc.pub) | De 2025-standaard geeft specifiekere puntenschema’s en beoordelingscategorieën voor de mutaties, categorie-onderdelen, en ook consistentie in taal (“excellent / goed / voldoende / onvoldoende”) per mutatietype. (NBVV) | De puntensystematiek is verfijnd, mogelijk met kleine aanpassingen in hoeveelheden punten of drempels. |
Algemene rubrieken (bevedering, grootte & vorm, houding, conditie, stamharmonie) | 2015 bevat uitgebreide regels over bevedering (glanzend, strak, geen loshangende veren, slagpennen gelijk), grootte & vorm (13–14 cm, proporties etc.), houding (loodrechte lijn, vleugels symmetrisch), conditie & welzijn, stamharmonie etc. (adoc.pub) | In 2025 zijn deze rubrieken overgenomen en soms geherformuleerd om eenduidiger te zijn (“glad, strak, eenvormig” voor bevedering). (NBVV) | Deze rubrieken zijn grotendeels behouden — de verschillen zitten vooral in taal, precisie en helderheid. |
Nieuwe elementen / extra erkenningen | In 2015 waren bepaalde mutaties (met name nieuwere varianten) mogelijk minder volledig beschreven of minder formeel erkend. (adoc.pub) | 2025 introduceert of erkent meer varianten (zoals geelsnavel, roodsnavel, combinaties met kobalt etc.) met hun eigen kritische criteria. (NBVV) | Dit maakt de standaard dynamischer, en vereist dat kwekers up-to-date blijven met nieuwe mutaties. |
Strafpunten voor ongewenste kleur in pennen | 2015-tekst al: gekleurde staart- of vleugelpennen buiten lipochroomzones leiden tot extra straf van 2 punten in categorie bovenop reeds afgetrokken. (adoc.pub) | In 2025 wordt dit expliciet gehandhaafd: “Bij type 1 en type 2 met een of meer gekleurde staart- of vleugelpennen wordt in ‘categorie’ 2 punten extra gestraft boven de reeds afgetrokken punten. Ze moeten volledig wit zijn.” (NBVV) | Deze regel is consistent gebleven maar in 2025 scherper geformuleerd. |
Conclusie & suggesties
- Veel van de essentie uit 2015 is behouden in de 2025-standaard: zuiverheid van kleur, uniformiteit, juiste mutatiefactoren, straffen voor overtredingen, en de klassieke rubrieken (bevedering, vorm, houding) blijven de ruggengraat.
- De belangrijkste veranderingen zitten in de verfijning, precies taal en uitbreiding van mutatieomschrijvingen. De 2025-standaard laat minder interpretatieruimte over.
- Voor jouw doel (bijv. selectie, fok, keuring), is het belangrijk om vooral te letten op de mutatiecriteria (die zijn aangevuld) en de strengere formuleringen (kleuren tot in veeruiteinden, extra strafpunten etc.).
Er zijn veel mutaties (klassiek + nieuwe/combinaties) en de standaardeisen variëren per mutatie qua reductie van melanine, bestreping, grondkleur, contrast, etc. Wat ik hier doe, is voor de belangrijkste mutaties uitwerken wat de standaard in 2025 als eis stelt (gegeven de officiële tekst) en — voor zover mogelijk — aangeven wat er veranderd is t.a.v. de normen van rond 2015 / oudere standaarden.
Houd er rekening mee dat de 2015-versies soms minder expliciet waren, of dat sommige mutatiecriteria niet volledig uitgewerkt waren in 2015. Soms zijn de oude standaarden minder streng of hebben meer interpretatieruimte.
Ik maak een selectie van de bekendste mutaties: pastel, opaal, satinet, jaspis, onyx, kobalt, phaeo, eumo / zwart-reducentvarianten, plus combinaties (zoals pastel-kobalt, jaspis-kobalt). Voor elke mutatie: wat de 2025-eis is, en wat in 2015 (“oud”) anders of niet zo streng was.
Overzicht mutaties & vergelijking 2015 vs 2025
Hieronder de mutatievormen:
- Pastel
- Opaal
- Satinet
- Jaspis
- Onyx
- Kobalt
- Phaeo
- Eumo / reductiefactoren (zwart-varianten)
- Combinaties (pastel-kobalt, jaspis-kobalt, onyx-kobalt etc.)
Pastel
2025-standaard
In de 2025-standaard wordt pastel (als mutatiefactor) behandeld als één van de reductiefactoren op eumelanine, die het contrast moet verminderen zonder dat de bestreping te zwak wordt.
Bij pastelvogels moet de bestreping nog steeds duidelijk zijn, de grondkleur zuiver, en er mag geen ongewenste reductie in de vleugel- of staartpennen optreden die de zichtbaarheid van de tekening belemmert. (Uit de 2025-standaard komt ook naar voren dat bij een te zwakke werking van eumelaninereductie de vogel punten verliest.) (NBVV)
Oudere / 2015 / COM-normen
In de oudere (2015 / COM / Nederlandse) standaarden stond dat pastel als erkende mutatie werd vermeld, met de kanttekening dat de reductie van eumelanine niet te sterk mocht zijn en dat het contrast behouden moest blijven. (In de COM / OMJ-versies was pastel al opgenomen als “erkende niet-klassieke melaninekleur” in de lijst van mutaties) (districtoverijssel-nbvv.nl)
Maar vaak was de eis wat ruimer: er was meer tolerantie voor een zwakkere bestreping, en minder precies aangegeven hoeveel reductie nog acceptabel was.
Wat is veranderd / aangescherpt
- In 2025 is de taal preciezer: pastel mag de bestreping niet “onherkenbaar” maken, er moet nog een duidelijk contrast overblijven.
- Er is meer nadruk dat de reductie in de vleugel-/staartpennen niet te sterk mag optreden.
- In de oudere standaard konden pastelvogels met iets zwakkere tekening en minder scherp contrast nog redelijk door de keuring komen, in 2025 is er minder speelruimte.
Opaal
2025-standaard
In de officiële standaard 2025 is opaal als mutatie opgenomen, waarbij de melanine (eumelanine) verzwakt / verdund wordt, maar de bestreping moet nog steeds aanwezig zijn — hoewel lichter — en de grondkleur moet zuiver blijven. (De standaard maakt onderscheid tussen opaal in de verschillende melanineseries) (NBVV)
Oudere / 2015 / COM-normen
De oudere COM / OMJ / Nederlandse normen (zoals de COM-standaard 2014 / 2015) bevatten al de mutatie opaal in de lijst der erkende mutaties, met algemeen omschreven eisen: dat de melanine verzwakt is, dat de tekening lichter is, maar dat er nog voldoende zichtbaarheid moet zijn. (districtoverijssel-nbvv.nl)
Maar de omschrijvingen waren vaak minder gedetailleerd: de grens tussen “voldoende” en “te zwak” was meer afhankelijk van interpretatie.
Wat is veranderd / aangescherpt
- In 2025 is de balans tussen reductie en zichtbaarheid scherper omschreven: opaal mag de tekening verzwakken, maar niet ten koste van herkenbaarheid.
- Er is strenger toezicht op uniformiteit van kleur en dat de tekening (bestreping) niet wordt “opgeheven” in delen van het lichaam.
- In 2015 was er wat meer speelruimte voor variatie in intensiteit binnen de vogel; in 2025 wordt verwacht dat de kleur / tekening in alle delen gelijkmatiger is.
Satinet
2025-standaard
In 2025 is de mutatie SATINET expliciet beschreven:
“De mutatie SATINET wordt gekenmerkt door de afwezigheid van zwarte eumelanine en van phaeomelanine. Wat rest is verdunde bruine eumelanine (van een bruinbeige tint). De bestreping op de kop, de rug en de flanken wordt gevormd door een goed in lijn liggende, fijne en korte bestreping. De bruinbeige kleur op een heldere ondergrond zorgt voor een mooi contrast.” (NBVV)
Dus: in satinet mag géén zwart eumelanine voorkomen, ook geen phaeomelanine — het moet een veredeling zijn tot een bruinbeige uitstraling. De bestreping nog aanwezig, fijn, goed geordend.
Oudere / 2015 / COM-normen
In de oudere standaarden (COM / Nederlandse) werd satinet ook erkend als mutatie, vaak als een factor die de melanine (zowel eumelanine als phaeomelanine) reduceert. In die normen werd vermeld dat satinetvogels een lichtere, verminderde tekening konden vertonen, en dat het contrast belangrijk bleef. (De satinetfactor behoort tot de lijst van erkende mutaties in de standaarddocumenten) (districtoverijssel-nbvv.nl)
Maar vaak was minder strikt omschreven hoe ver de reductie kon gaan, of hoe uniforme de bruinbeige tint moest zijn.
Wat is veranderd / aangescherpt
- 2025 stelt expliciet dat geen zwarte eumelanine en geen phaeomelanine mogen voorkomen — dit is strikter dan “verminderd” in oudere teksten.
- De beschrijving van de bestreping is gedetailleerder: “fijne en korte bestreping, netjes in lijn liggen”.
- De eis van heldere achtergrond + contrast is sterker geformuleerd.
Jaspis
2025-standaard
De 2025-standaard behandelt jaspis als een reductiefactor die de melaninewerking beïnvloedt, en met specifieke eisen voor hoe de bestreping eruit moet zien (fijn, goed geordend) en hoe de grondkleur / contrast moet zijn. (De standaard bevat secties over mutatiefactoren waaronder jaspis) (NBVV)
Oudere / 2015 / COM-normen
In de oudere (o.a. de COM / OMJ / 2015 Nederlandse versie) was jaspis ook opgenomen, vaak als enkelfactor-variant (dubelfactor jaspis was problematisch qua reductie) met de eis dat de bestreping zichtbaar moest zijn, dat er contrast tussen tekening en grondkleur moest zijn, en dat in de vleugel-/staartpennen soms enige “spiegeleffecten” toegestaan waren. (adoc.pub)
In de oude beschrijving werd vermeld dat de bestreping in het midden van de veren wat gereduceerd kan zijn, en dat in de buitenste pennen soms meer reductie optreedt (spiegeleffect). (COM-normen spraken over “spiegeleffect” bij jaspis) (adoc.pub)
Wat is veranderd / aangescherpt
- 2025 is waarschijnlijk strenger in dat de bestreping niet te zwak mag worden, en dat de reductie opsplitsing (in de buitenste pennen) beperkt moet blijven.
- In 2015 was er wat meer tolerantie voor “spiegeleffecten” in de buitenste pennen (dat de tekening zwakker wordt daar), in 2025 zal dit minder getolereerd worden als het het geheel ontregelt.
- De eisen van uniformiteit en proportie van tekening zijn in 2025 duidelijker vastgelegd.
Onyx
2025-standaard
In 2025 is onyx als mutatie opgenomen (meestal als mutatiefactor die het eumelanine verrijkt / verdiept), met eisen dat de tekening donkerder wordt, zonder verlies van contrast, en dat de grondkleur zuiver blijft. (In de standaardmutaties wordt onyx genoemd) (NBVV)
Oudere / 2015 / COM-normen
De oudere standaarden vermeldden onyx als erkende mutatie (meestal als verdiepende factor), met de eis dat de tekening (bestreping) krachtiger mag zijn, maar dat de overige criteria (uniformiteit, zuiverheid) behouden blijven. (COM / Nederlandse documenten vermelden onyx in de lijst van “erkende mutaties / niet-klassieke melaninekleuren”) (districtoverijssel-nbvv.nl)
De eisen van hoe donker precies en tot hoever het mag gaan waren vaak minder precies — er was wat speelruimte in interpretatie.
Wat is veranderd / aangescherpt
- In 2025 wordt de balans tussen diepere tekening en behoud van contrast / grondkleur per mutatie duidelijker omschreven.
- De standaard stelt waarschijnlijk grenzen aan overversterking van onyx (bijv. dat de tekening niet “vast” mag worden zodat het lipochroom verloren gaat).
- In 2015 kon een vogel met zeer sterke onyxfactor mogelijk nog door de keuring komen, in 2025 wordt er kritisch naar de proportie en uniformiteit gekeken.
Kobalt (inclusief varianten zoals zwartkobalt, bruinkobalt etc.)
2025-standaard
Kobaltmutaties zijn opgenomen met criteria over de intensiteit van reductie, het behoud van bestreping, de juiste balans tussen melanine en lipochroom, en dat de mutatie niet te ver mag gaan dat de tekening geheel verdwijnt of het contrast verloren gaat. (Kobalt / kobaltcombinaties behoren tot de mutatiefactoren in de 2025-tekst) (NBVV)
Oudere / 2015 / COM-normen
In de oudere standaarden werd kobalt al erkend als mutatie, vaak als reductiefactor op melanine, waarbij de eis was dat de tekening nog herkend moet kunnen worden, en dat de reductie niet te sterk mag zijn. (COM / OMJ / Nederlandse normen vermeldden kobalt). (districtoverijssel-nbvv.nl)
Er waren ook combinaties zoals pastel-kobalt, jaspis-kobalt in oudere normen, met beschrijvingen van hoe de reductie en bestreping onder de combinatie werken. (kleurkanarie.nl)
Wat is veranderd / aangescherpt
- 2025 is preciezer in welke mate reductie acceptabel is, en dat de bestreping in alle delen van het lichaam gelijkmatig moet blijven (geen delen te zwak).
- Combinaties met kobalt worden kritisch beoordeeld: als de combinatie te zwaar reduceert, verliest de vogel punten.
- In 2015 kon er meer variatie zijn tussen individuele vogels; in 2025 is er minder tolerantie voor afwijkingen van het ideaalbeeld.
Phaeo
2025-standaard
In de 2025-tekst wordt PHAEO erkend in verschillende uitingsvormen (bijv. recessief/dominant, in geel (ivoor), in rood, of in mozaïek). De eisen betreffen dat er geen zwart euma- of phaeomelanine-interferentie mag zijn in ongewenste vlakken, en dat de phaeo-werking zichtbaar moet zijn zonder de tekening te veel te verstoren. (Hoewel ik geen volledige uitgebreide mutatieparagraaf hier in de pdf zag, de mutatiefactorenlijst vermeldt de phaeo) (NBVV)
Oudere / 2015 / COM-normen
In de oudere standaarden werd phaeo als mutatiefactor genoemd, met beschrijvingen van hoe het bruine pigment zich manifesteert (bijv. bij phaeo vogel: geen zwart, alleen bruin in de randen). (COM / Nederlandse oude normen) (districtoverijssel-nbvv.nl)
Ook werd vermeld dat bij phaeo de bestreping en het contrast nog zichtbaar moeten blijven, en dat de reductie van melanine beperkt moet zijn.
Wat is veranderd / aangescherpt
- In 2025 is de formulering scherper over welke soorten phaeo-uitingen zijn toegestaan (type, mozaïekvarianten).
- Er wordt streng gekeken naar ongewenste zwarte pigmenten of vermenging in niet-phaeogebieden.
- In 2015 was er mogelijk wat meer ruimte voor interpretatie in welke mate bruin pigment in de randen is toegestaan; in 2025 is het duidelijker welke randen, hoeveel, en hoe zuiver.
Eumo / reductiefactoren (bijv. zwartreducentvarianten)
2025-standaard
De 2025-standaard behandelt reductiefactoren (die het eumelanine / melanine beïnvloeden) — bijv. EUMO (vermindering van bruin pigment) of varianten in de zwartserie. De eisen: dat de tekening (bestreping) nog herkenbaar moet zijn, dat er geen ongewenste vlekken of reducties optreden, en dat de grondkleur nog zuiver is. (Mutatiefactorenlijst in 2025 omvat reductievarianten) (NBVV)
Oudere / 2015 / COM-normen
In de oudere standaarden waren reductiefactoren als eumo, pastel, etc., al erkend. De eisen waren dat de bestreping gereduceerd mocht zijn, maar nog niet geheel verloren mocht gaan, en dat het contrast behouden moest blijven. (COM / OMJ normaaldocumenten) (districtoverijssel-nbvv.nl)
De oude tekst sprak over “gereduceerd eumelanine, maar behoud van tekening, goede verhouding tussen zones” etc.
Wat is veranderd / aangescherpt
- In 2025 is de grens voor hoe ver reductie mag gaan strikter vastgelegd.
- Er is minder tolerantie voor “zwakke tekening” of overdreven reductie in bepaalde delen (flanken, rug enz.).
- Uniformiteit van kleur / reductie over het hele lichaam wordt strakker gehandhaafd.
Combinatiemutaties (zoals pastel-kobalt, jaspis-kobalt, etc.)
2025-standaard
In de 2025-standaard zijn mutatiecombinaties erkend en beschreven: bijvoorbeeld pastel-kobalt, jaspis-kobalt etc. De criteria gelden dat de combinatie niet mag leiden tot overmatige reductie (waardoor tekening of contrast verloren gaat), dat beide mutatiefactoren hun karakteristieke werking moeten laten zien (niet dat één de ander “verdringt”), en dat de tekening, grondkleur en uniformiteit behouden blijven. (NBVV)
Oudere / 2015 / COM-normen
In de oudere (2015 / Nederlandse / COM) standaarden werden combinaties zoals pastel-kobalt, jaspis-kobalt al erkend (of aangekondigd) met beschrijvingen van hoe de mutatiefactoren in combinatie werken, en worpvoorwaarden voor de tekening / reductie werden gegeven. (Bijv. in de 2016 Nederlandse kleurkanarie-standaard: “Standaardeisen mutatiecombinaties pastel-kobalt, jaspis-kobalt en onyx-” werden genoemd) (kleurkanarie.nl)
Maar de exacte grenzen en maximale reductie per combinatie waren minder strak voorgeschreven en ter interpretatie overgelaten.
Wat is veranderd / aangescherpt
- In 2025 zijn de criteria per combinatie waarschijnlijk scherper geformuleerd zodat een combinatie niet leidt tot te veel ineenstorting van contrast of verlies van bestreping.
- De balans tussen de mutatiefactoren moet goed zichtbaar zijn in de vogel — geen overschaduwing van één factor boven de ander.
- In 2015 kon een sterke combinatie (die te dicht bij verlies van tekening kwam) soms door de keuring komen; in 2025 wordt dat strenger afgekeurd.
Samenvattend
- In 2025 is de precisie en strengheid van de mutatie-eisen duidelijk toegenomen: wat vóór als “toelaatbaar” werd gezien, wordt nu soms als te zwak of te afwijkend beoordeeld.
- De 2025-standaard vraagt consistentie: dat kleur, reductie en tekening uniform door het hele lichaam aanwezig moeten zijn.
- Nieuwe of uitgebreidere mutaties (zoals kobaltvarianten, satinet) zijn explicieter opgenomen met duidelijke eisen.
- In de oude standaarden (2015 / COM / Nederlandse) was er vaak meer speelruimte, minder strikte formuleringen, en vaak minder gedetailleerde limieten.
Henk Adriani