Chlamydia psittaci / papegaaienziekte

Deze ziekte wordt veroorzaakt door een bacterie. De chlamydiabacterie kan zich alleen vermenigvuldigen in de cellen van de gastheer.
Bij besmette vogels zit de bacterie in de ontlasting, de urine, in de oog- en neusuitvloeiing, en bij duiven in de kropmelk. Vogels kunnen zich dus via allerlei wegen besmetten, zoals door veerstof en gedroogde ontlasting. Ze kunnen het inademen of met de snavel opnemen. Ook kunnen jonge vogels al in het ei besmet worden via de ouderdieren.

Verschillende lijnen van chlamydia veroorzaken verschillende symptomen. Ook is het zo dat een lijn die voor één vogelsoort dodelijk is, bij een andere vogelsoort nauwelijks symptomen hoeft te veroorzaken.
Als de bacterie binnenkomt bij een vogel, is het afhankelijk van het immuunsysteem wat er gebeurt. De bacterie kan alleen voortleven binnen een cel van de gastheer. Als deze zich daar eenmaal genesteld heeft, is het voor het immuunsysteem moeilijk de bacterie kwijt te raken. Vogels kunnen zo drager worden van de bacterie.

Wat vaak voorkomt is dat een vogel zich besmet met een bacterielijn die niet heel ziekteverwekkend is voor die soort. Het lichaam maakt antistoffen tegen de bacterie en de vogel scheidt de bacterie uit. Dit kan al deze tijd zonder uiterlijke verschijnselen aan de vogel gebeuren. Door het verspreiden van de bacterie zijn deze vogels gevaarlijk voor jonge vogels van dezelfde soort, maar vooral voor vogels van een andere soort. Voor deze kan die bacterielijn wel erg ziekmakend zijn. De dragers zonder verschijnselen kunnen wel ziek worden in tijden van verminderde weerstand of andere infecties.

Jonge vogels die besmet raken met een erg ziekmakende lijn van de bacterie kunnen acuut ernstig ziek worden. Ze worden sloom, hebben bindvliesontsteking, rochelen, hebben het benauwd en krijgen diarree, deze kan groen zijn of juist grijs en waterig. Ze sterven vaak binnen 8-10 dagen, jongen die het overleven hebben vaak een afwijkend verenkleed.

Vogels die besmet raken met een bacterielijn waar ze minder gevoelig voor zijn kunnen een meer chronische ziekte ontwikkelen. Hierbij worden ze mager, hebben groenige diarree, soms bindvliesontsteking. Bij papegaaiachtigen kunnen ook zenuwverschijnselen optreden, zoals trillen, epilepsie achtige aanvallen en sterrekijken. Bij duiven worden vaak bindvliesontsteking en neusuitvloeiing gezien. De verschijnselen kunnen vaag zijn en worden vaak niet herkend.
Vogels die niet behandeld worden kunnen binnen een paar weken doodgaan.

Er wordt door vogels die overleven geen immuniteit opgebouwd, ze zijn dus weer net zo vatbaar voor de ziekte als vogels die nog nooit in aanraking zijn geweest met de bacterie. Hierdoor is het ook niet mogelijk tegen deze ziekte te vaccineren.

Diagnose
Omdat de chlamydia bacterie alleen kan leven in cellen van de gastheer, zijn ze moeilijk te kweken.
Tegenwoordig wordt het DNA van de bacterie aangetoond. Dit kan in bloed of in een uitstrijkje van de cloaca, vaak wordt het beide gedaan, om de kans zo groot mogelijk te maken dat de bacterie gevonden wordt.

Behandeling
Dit is met antibiotica. Dit kan door het voer of drinkwater, hierbij moet wel goed opgelet worden dat de vogels voldoende eten of drinken. De Ook blijven de vogels nog een paar dagen de bacterie verspreiden omdat het even duurt voordat de antibiotica voldoende werkt.
Een andere manier van behandelen is door injecties. Hierbij stoppen de vogels met het verspreiden van de bacterie binnen 24 uur.
Behandeling moet langdurig zijn omdat de bacterie in de cellen van de vogel zelf zit. Hier is het moeilijk te bereiken voor antibiotica. Sommige vogels blijven drager ondanks langdurige behandeling. Ziekte kan dan weer optreden in periodes van verminderde weerstand door bijvoorbeeld een andere ziekte.

Behalve voor vogels is de bacterie ook gevaarlijk voor andere dieren en ook voor mensen. Mensen die besmet zijn krijgen griepachtige verschijnselen. Zonder behandeling kunnen long- en hersenvliesontsteking ontstaan.