Phaeo’ Mutatie

De ‘Phaeo’ mutatie bij kanaries is een intrigerend voorbeeld van hoe genetische variaties leiden tot opvallende kleurpatronen en eigenschappen. In dit artikel gaan we dieper in op de standaardvereisten en de fenotypische uitdrukking van de ‘Phaeo’ mutatie.

Algemene Kenmerken van de ‘Phaeo’ Mutatie

De ‘Phaeo’ mutatie wordt gekenmerkt door een totale remming van eumelanine, samen met de uiting van maximaal aanwezige bruine phaeomelanine in de vorm van een schubtekening. Deze schubtekening is een essentieel kenmerk van de ‘Phaeo’ mutatie en moet regelmatig verdeeld zijn op de rug zonder witte lijnen te vormen. Het schubpatroon begint vanaf de snavel en loopt door tot aan de stuit, waarbij de melanisatie op de kop en flanken wordt weergegeven.

Verschillende Uitingen van de ‘Phaeo’ Mutatie

Bij kanaries met de ‘Phaeo’ mutatie zijn er verschillende fenotypische uitdrukkingen, afhankelijk van het type en geslacht. Bij de intensieve vorm zal het schubpatroon minder uitgesproken zijn dan bij de schimmelvorm. De bruine tint is echter aanwezig over de gehele vogel.

Bij mannelijke ‘Phaeo’ kanaries zal de phaeomelanine de snavel naderen, maar een masker met een mengeling van lipochroom en melanine zal zichtbaar zijn. Centraal op de borst is lipochroom vermengd met bruine melanine zichtbaar. Bij poppen is het patroon anders. Bij de ‘Phaeo’ wit en ‘Phaeo’ wit dominant moeten mannen en poppen worden gescheiden, aangezien het fenotype niet hetzelfde is. Mannen hebben een wit masker zonder melanine aan de basis van de snavel, terwijl bij poppen de melanine zich uitstrekt tot in de borstelveertjes rond de snavel. Mannen vertonen meer helderheid, duidelijkere patronen en geconcentreerdere bruine omzoming. Poppen vertonen daarentegen een patroon met bredere bruine omzoming en duidelijkere flanken.

Kenmerken volgens de Standaard

De standaardvereisten voor kanaries met de ‘Phaeo’ mutatie zijn specifiek en gedetailleerd:

  • Het schubpatroon moet een goed contrasterende schubtekening vormen, regelmatig verdeeld zijn op de rug en geen witte lijnen vormen.
  • De bruine tint moet maximaal aanwezig zijn, en in sommige gevallen vermengd met lipochroom.
  • De vleugel- en staartpennen moeten omzoomd zijn met bruine omzoming.
  • Poten, nagels en snavel moeten licht van kleur zijn.
  • De ogen moeten robijnrood zijn.

Beoordeling volgens de Standaard

De beoordeling van kanaries met de ‘Phaeo’ mutatie wordt uitgevoerd aan de hand van de volgende criteria:

  • Uitstekend: Karakteristieke schubtekening met maximaal aanwezige bruine tint en rode ogen.
  • Goed: Verminderde bruine tint, enigszins verwarde tekening maar nog steeds herkenbaar, rode ogen.
  • Voldoende: Nog minder bruine tint, verwarde of ontoereikende tekening met herkenbare kleurslag, rode ogen.
  • Onvoldoende: Ontoereikend bruine tint, overmatig verwarde tekening met zichtbare eumelanine, rode ogen.

In dit artikel hebben we de complexe en gedetailleerde standaardvereisten voor kanaries met de ‘Phaeo’ mutatie besproken, samen met de verschillende fenotypische uitdrukkingen. Het begrijpen van deze vereisten en patronen biedt een dieper inzicht in de schoonheid en complexiteit van vogelgenetica.

Toekenning van Punten en Bijbehorende Voorwaarden bij de ‘Phaeo’ Mutatie

De beoordeling van kanaries met de ‘Phaeo’ mutatie volgens de standaard wordt uitgevoerd aan de hand van verschillende criteria en uitdrukkingen. Hieronder volgt een overzicht van de toekenning van punten en de bijbehorende voorwaarden:

Beoordeling: Uitstekend (29 punten)

  • Karakteristieke schubtekening die wordt veroorzaakt door aanwezigheid van phaeomelanine aan de rand van de veren.
  • Geen melanisatie binnen de schubtekening.
  • Maximaal aanwezige bruine tint over het verenkleed.
  • Roodachtige ogen.

Beoordeling: Goed (28-27 punten)

  • Goede enigszins verminderde bruine tint.
  • Schubtekening en omzoming zijn minder duidelijk, maar het rugpatroon is nog steeds herkenbaar met weinig melanisatie in het midden van de veren.
  • Roodachtige ogen.

Beoordeling: Voldoende (26-24 punten)

  • Verminderde bruine tint, maar nog steeds aanwezig.
  • Tekening en omzoming zijn verward of ontoereikend, maar het is nog steeds mogelijk om de kleurslag te bepalen.
  • Roodachtige ogen.

Beoordeling: Onvoldoende (23-18 punten)

  • Melanine heeft een ontoereikend bruine tint.
  • Tekening is overmatig verward (uitgespreid) en vertoont zichtbare eumelanine.
  • Roodachtige ogen.

Binnen elk beoordelingsniveau zijn er duidelijke criteria die de kwaliteit van de ‘Phaeo’ mutatie weerspiegelen. De kwaliteit wordt beoordeeld aan de hand van de aanwezigheid en de kwaliteit van de schubtekening, de bruine tint en het melaninegehalte in de veren. Roodachtige ogen worden als wenselijk beschouwd en zijn een aanwijzing voor een goed uitgedrukte ‘Phaeo’ mutatie.

De toekenning van punten weerspiegelt de mate waarin het individu voldoet aan de kenmerken van de ‘Phaeo’ mutatie zoals beschreven in de standaard. Dit nauwkeurige beoordelingssysteem is van groot belang om de genetische kwaliteit en zuiverheid van de kleurslag te behouden en om fokkers te helpen de beste individuen te selecteren voor verdere kweek.

In dit artikel hebben we de puntenverdeling en bijbehorende voorwaarden voor de beoordeling van de ‘Phaeo’ mutatie bij kanaries besproken. Het begrijpen van deze puntenverdeling helpt fokkers en liefhebbers bij het nauwkeurig beoordelen van individuen en het bevorderen van een gezonde en zuivere kleurvariatie binnen de kanariewereld.