De Bruinserie Kanaries – Leidraad voor de Kweker
De Bruinserie Kanaries – Leidraad voor de Kweker
Inleiding
De bruinserie behoort tot de klassieke melaninekanaries en is ontstaan door de reductie van zwart eumelanine. Hierdoor wordt de zwarte kleur omgezet naar donkerbruin eumelanine, terwijl de phaeomelanine (roodbruin pigment) duidelijk zichtbaar blijft. Dit maakt de bruinserie uniek, omdat deze combinatie zorgt voor warme, bruinachtige tinten en een zachte bevedering.
In de praktijk werd de bruinserie vroeger vaak verkeerd beoordeeld en omschreven als “zwartbruin” of als vogels met een foute melanineverdeling. Pas later, met de invoering van de internationale standaard, werd duidelijk dat de volledig zichtbare phaeomelanine juist het kenmerk van de bruinserie is.
Historische context
In oudere literatuur en bij Duitse kwekers sprak men van “fuchsrot” (vosserood) om de phaeomelanine aan te duiden. Dit pigment zorgde ervoor dat intensieve bruinvogels vaak een roodbruine glans hadden.
In de intensieve vogels werd de phaeomelanine vaak volledig opgenomen in de lipochroomkleur, waardoor men dacht dat het pigment “verdwenen” was. In werkelijkheid was het versmolten met het lipochroom. Bij de schimmelvogels bleef de phaeo meer zichtbaar en leek de bestreping matter en breder.
De invoering van de internationale standaard bracht duidelijkheid: de maximale aanwezigheid van phaeomelanine is essentieel voor de juiste beoordeling van bruin.
Uiterlijke kenmerken
Een bruinserie vogel moet aan de volgende criteria voldoen:
1. Bestreping: donkerbruin tot sepia, breed en doorlopend. Bij intensieve vogels fijner, bij schimmels diffuser.
2. Ondergrondkleur: warme bruine ondergrond met roodbruine glans. Intensieve vogels lichter, schimmelvogels matter.
3. Phaeomelanine: altijd duidelijk aanwezig op borst, flanken en buik. Geen phaeo = geen correcte bruinserie.
4. Lipochroom: geel, rood of wit. Bij rood extra warme glans door phaeo.
Intensief, Schimmel en Mozaïek
– Bruin intensief: donkerder, fijne bestreping. Phaeo vaak opgenomen in het lipochroom.
– Bruin schimmel: phaeo sterker zichtbaar en uitvloeiend, bredere bestreping.
– Bruin mozaïek: duidelijke mozaïekzones, correct masker bij mannen.
– Combinaties: met ivoor, pastel, satinet of eumo variëren in melanineverdeling.
De rol van de blauw- en intensiefactor
Een belangrijk aspect is de rol van de blauwfactor en de intensiefactor.
– Door de blauwfactor lijkt de bruin intensief vaak lichter en egaler.
– De schimmel toont de phaeo nadrukkelijker en kan donkerder of matter lijken.
Voor de kweker is het belangrijk om steeds te streven naar een juiste balans tussen eumelanine en phaeomelanine.
Keuringseisen volgens het vraagprogramma
– Melanine (30 punten): donkerbruin eumelanine + duidelijke phaeomelanine.
– Bestreping: breed, ononderbroken, contrasterend.
– Kleur lipochroom (20 punten): helder en zuiver.
– Vorm en houding (15 punten).
– Bevedering en conditie (15 punten).
– Algemene indruk (20 punten).
Praktische tips voor de kweker
1. 1. Kweek intensief × schimmel voor goede bevederingsbalans.
2. 2. Selecteer op sterke phaeo – zonder phaeo is de vogel ongeschikt.
3. 3. Vermijd te donkere vogels die neigen naar zwartserie.
4. 4. Werk met zuivere lijnen om de kleur te behouden.
5. 5. Mozaïekkweek vraagt extra aandacht voor masker en zoneverdeling.
Conclusie
De bruinserie kanaries vormen een uitdagende maar dankbare tak binnen de kleurkanaries. Waar in het verleden verwarring bestond over de waarde van phaeomelanine, weten we nu dat juist de maximale aanwezigheid en zichtbaarheid van phaeo de kern vormt van deze serie. Voor de kweker betekent dit zorgvuldig selecteren op zowel donkerbruin eumelanine als rijk aanwezige phaeo, in combinatie met de juiste lipochroomuitingen.
Zo blijft de bruinserie een levendige, warme en karaktervolle verschijningsvorm in de kanariekweek.
Henk Adriani Keurmeester kleur