Vogelmest als indicator
Vogelmest als indicator voor verschillende ziekten
Om te kunnen begrijpen wat mogelijke oorzaken zijn van veranderingen in het uiterlijk van vogelmest is het vereist dat men enige kennis heeft van de anatomische bijzonderheden van verterings- en urinekanaal van een vogel.
De meeste vogelsoorten hebben een krop. Het is een zakachtige verwijding van de slokdarm die dient als voedselopslagplaats. In de krop word het voer bevochtigd, maar er vind geen vertering plaats.
Een vogelmaag bestaat uit twee gedeelten: de kliermaag en de spiermaag.
Allereerst bereikt het voer de kliermaag waar door in de maagwand gelegen klieren belangrijke verteringssappen als maagzuur en pepsine aan de voedselbrij worden toegevoegd. Vervolgens word de voedselbrij in de spiermaag mechanisch gekneed en vermalen. Hierbij doen kleine steentjes, die de vogel in de vorm van bijvoorbeeld maagkiezel hebben opgenomen, goede hand- en spandiensten. Dit mag dan ook niet aan het menu ontbreken!
Nadat de voedselbestanddelen de maag verlaten hebben bereiken ze het eerste gedeelte van de dunne darm. Hier monden de uitgangen van de alvleesklier uit.
De enzymen die in de alvleesklier geproduceerd worden zijn erg belangrijk voor de vertering van vetten en zetmeel.
Omdat de vogeldarm relatief kort is, is de passagesnelheid en dus de verblijf in de darm kort.
Niet alle vogelsoorten bezitten een blinde darm. Ze ontbreken bijvoorbeeld bij papagaaiachtigen, vinken en duiven. Op het eind mondt de darm uit in de cloaca.
Hier monden eveneens de urineleider en de geslachtsorganen uit. Het gevolg hiervan is dat een vogel mest en urine niet gescheiden, zoals bij zoogdieren, uitscheidt, maar gezamenlijk. Een andere belangrijke bijzonderheid is dat vogels geen urineblaas hebben, maar dat hun urine in geconcentreerde vorm als urinezuur worden uitgescheiden.
De uitwerpselen van vogels bestaan dientengevolge uit de volgende onderdelen.
1. Mest: een bruinachtige tot groenachtig gekleurde streng met een min of meer vaste structuur.
2. Urine: a. urinezuurkristallen: een witachtige tot witachtig geel gekleurde massa b. Vloeibaar
urinegedeelte: doorzichtige, kleurloze vloeistof.
Het uiterlijk, de vorm en de kleur, maar ook de hoeveelheid van de uitscheiding word beinvloed door diverse omstandigheden.
Bij gezonde vogels onder andere door soort, tijdstip van de dag, voersoort en voerhoeveelheid, de opgenomen hoeveelheid water en eventuele voortplantingsactiviteit.
Bij zieke vogels worden veranderingen in de mest onder andere veroorzaakt door infecties, parasieten, vergiftigingen, aandoeningen van de darmen, de nieren of van de alvleesklier of voedingsfouten. Wanneer de vogelliefhebber dagelijks routinematig de mestkwaliteit in de gaten houd, kunnen veranderingen snel opgemerkt worden.
Het kan aanwijzingen geven om een vroege diagnose van diverse aandoeningen te kunnen vaststellen en kan daardoor bijdragen tot een snelle oplossing van het probleem.
Enkele typische veranderingen van de mest en eventuele oorzaken.
Op basis van beide onderdelen van de uitscheiding van een vogel moet onderscheid gemaakt worden in veranderingen van de mest en veranderingen van de urine-uitscheiding.
1. Verandering van de mest.
Kleurverandering
Bij een gezond dier treden kleurveranderingen op als gevolg van het eten van sterk gekleurde voedermiddelen als jeneverbessen, vlierbessen, kersen of wortels of door een voerovergang (bijvoorbeeld het overgaan van zaden- naar korrelvoeding).
Opvallend donkere of roodachtige gekleurde mest
– Als gevolg van bijmenging van bloed. Is het bloed afkomstig uit het voorste gedeelte van de darmen, dan word het gedurende de darmpassage gedeeltelijk aangetast en verkleurt daardoor tot zwartbruin. Is

het bloed afkomstig uit het laatste stuk van de darm, dan is de mest min of meer rood tot roodbruin van kleur.
Mogelijke oorzaken: verwondingen, bijvoorbeeld door vreemde voorwerpen, zware infecties (met name bacteriele infecties) sterke besmetting met darmparasieten (bijvoorbeeld coccidien), vergiftiging (bijvoorbeeld door zware metalen).
Geelachtige tot groenachtig gekleurde mest:
Een dergelijke kleur mest komt voor bij ziekten van de lever ten gevolge van de verhoogde uitscheiding van galkleurstoffen.
Mogelijke oorzaken: ontstekingen van de lever door bacterien (bv. Psittacose-papegaaienziekte), virussen (Ziekte van Pacheco) of darmparasieten. Leverbeschadigingen, bijvoorbeeld door vergiften, kunnen tot ssortgelijke verkleuringen aanleiding geven.
Bleek grijsbruin en volumineus.
Een dergelijke kleur word aangetroffen bij zware aandoeningen van de alvleesklier ten gevolge van een verstoorde vet- en zetmeelvertering.
Weke, natte mest
Bij een gezond dier treft men weke, natte mest aan ten gevolge van een voerwisseling of de opname van grotere hoeveelheden zachtvoer, fruit of groenten.
Echte diarree: er wordt geen echte mest gevormd; soms kunnen gasblaasjes in de mest te zien zijn, terwijl de mest tevens kan stinken. Vaak kunnen tegelijkertijd met de diarree ook kleurveranderingen te zien zijn waarbij de mest groen of geelachtig is.
Mogelijke oorzaken: bacteriele infectie, virusinfectie, schimmelvergiftiging of parasieten.
Bijmenging in de mest
Parasieten: slechts bij een zeer sterke besmetting kunnen met het blote oog wormen in de mest gezien worden. Meestal is echter microscopisch onderzoek nodig om te kunnen vaststellen of er parasieten of hun eieren in de mest aanwezig zijn.

Onverteerde voerbestanddelen: een alarmsignaal dat aangeeft dat er een zware ziekte heerst in de krop, maag of de darmen. De vogel heeft veel te leiden van een verteringsstoornis. Hij vreet mogelijk weliswaar veel, maar kan het niet goed verteren waardoor hij snel gewicht en kracht verliest. Mogelijke oorzaak: het kan een neurologische verwijding van de maag zijn, een ongeneeslijke virale infectieziekte (bij papegaaien)
Bij grasparkieten kan een infectie met “megabacterien“ tot dezelfde verschijnselen leiden. Onderzoek van recente datum geeft aan dat het bij grasparkieten hoogst waarschijnlijk gaat om schimmels.
Maar ook andere aandoeningen van maag, darmen, alvleesklier of een besmetting met parasieten kunnen een rol spelen.
Ik hoop dat dit artikel een beetje bij kan dragen met het herkennen van veranderingen in de mest en de daarbij behorende aandoening. Ga overigens nooit experimenteren met medicijnen, maar probeer eventueel wat mest op te vangen om dit door een dierenarts te laten onderzoeken.
Ronnie Vermulst